Argusogen - Reisverslag uit Teheran, Iran van Jop Vos - WaarBenJij.nu Argusogen - Reisverslag uit Teheran, Iran van Jop Vos - WaarBenJij.nu

Argusogen

Blijf op de hoogte en volg Jop

30 April 2014 | Iran, Teheran

Busreizen zijn een van de leukste dingen van reizen. Vooral lange busritten waar je uren kan wegdromen. Ik heb er al heel wat opzitten, maar mijn recentelijke reis van Erbil in Irak naar de Iraanse hoofdstad Teheran komt toch wel hoog in mijn top 5 binnen.

Om 7 uur 's ochtend verliet ik mijn hotel in Erbil waar de receptionist het woord 'bye' na lang denken nog net kon uitbrengen. De zon scheen en de straten waren leeg. Bij het kantoor van de busmaatschappij stond de 'V.I.P.-bus' klaar. En dat was 't ook. Een bus die eruit zag als de eerste klas van een vliegtuig: ruim opgezet en stoelen met een voetensteuntje en rugleuningen die ver naar achter konden klappen. Bovendien kreeg iedereen een pakketje met twee vieze cakejes en een pakje sap. En dat kwam goed uit, want de rit zou (met een marge van vier uur) 21 uur gaan duren.

Er was weinig animo voor de bus. Een stuk of zes passagiers, die werden bediend door een chauffeur en twee 'busstewards' die eigenlijk helemaal niets deden.

Ik ging zitten, maar werd al snel door een van de busstewards naast een oude traditioneel geklede Koerdische man geplaatst in een soort van wijd broekpak en een tulband op zijn hoofd. Ik besloot maar niet te vragen waarom ik perse naast hem moest zitten terwijl de bus bijna leeg was. De bussteward keek me al wantrouwend genoeg aan.

Na een kort dutje kwamen we bij de eerste stopplaats voor een pauze. Daar vroeg het driekoppige busteam met handen en voeten waar ik vandaan kwam. Nadat het duidelijk was, vroeg een van hen wat ik hier in godsnaam deed. Nog voordat ik antwoord kon geven zei de ander iets dat klonk als 'spion' of 'spionage'. Terwijl ze in het Koerdisch verder praatten probeerde ik hem te verbeteren: 'No, no, tourist.' Ze keken me aan of ik gek was.

We gingen de bus weer in. Een van de busstewards wilde nu dat ik naast hem kwam zitten op de voorste rij. Maar waarom? Kan hij zo een oogje in het zeil houden? Ongerust liet ik de oude Koerdische man in broekpak achter en liep naar voren. 'Passport?' vroeg de bussteward. Ik gaf hem mijn paspoort en liet hem mijn visum voor Iran zien. Vluchtig bladerde hij er doorheen. Hij snapte er duidelijk niets van.

Dit begon een onaangename wending te nemen. Misschien merkte mijn chaperon naast me dat op. Hij bood me een kopje thee aan. Na nog wat pogingen met me te converseren in het Koerdisch realiseerde hij zich dat ik erg saai reisgezelschap was en hij verschoof enkele rijen naar achteren. De spanning ontdooide wat.

Vanaf mijn nieuwe zitplaats kon ik de buschauffeur goed observeren. Met een veel te hoge snelheid racete hij de haarspeldbochten door de Koerdische bergen op. Alles en iedereen werden ingehaald en de geur van een oververhitte motor vulde de bus. Als kapitein Ahab op jacht naar Moby Dick op de open wilde zee rukte hij het stuur van links naar rechts, terwijl hij de ene na de andere sigaret opstak. En elk kwartier kreeg hij van de tweede bussteward een E-nummer-cakje gevoerd die eigenlijk bedoeld waren voor de passagiers die er niet waren.

We kwamen bij de grens, die we te voet moesten oversteken. We waren nu hoog in de bergen waar op de toppen nog sneeuw lag. De hoofden van de gehele menigte mannen die voor de grens rondhing volgde mijn pas naar de douane. Terwijl al mijn reisgenoten eenvoudig de grens passeerden moest mijn paspoort aan de Iraakse zijde nog even naar een apart hokje worden genomen.

Tien minuten later stond ik aan de Iraanse zijde, waar mijn tas slechts even voor de vorm werd doorzocht (rits open en weer dicht). Had ik net zo goed mijn met varkensleer beklede Bijbel met obscene illustraties mee kunnen nemen. Maar toen kwam de paspoortcontrole. Ik moest door een gang van een meter breed met tralies aan beide zijden naar een container waar de beambte zat lopen. Hij keek verschrikt op toen hij mij zag. Hij moest mijn paspoort scannen, maar de scanner werkte niet. Hij bleef het proberen terwijl de rij achter mij groeide en mijn backpack op mijn rug steeds zwaarder leek te worden. Toen hij letterlijk met zijn handen in zijn haar zat werd ik opzij gedirigeerd en ging hij verder met de andere wachtenden. Ik had geen idee waar mijn reisgenoten en de bus en zijn bemanning waren.

Na 45 minuten wachten liep er een jonge vrouw langs (dat krijg je als een hoofddoek draagt, dan ben je geen 'meisje' meer) die mij in het Engels vroeg wat er aan de hand was. Na mijn korte uitleg vroeg ze de beambte vervolgens in het Pharsi wat het oponthoud was. Mij werd verzekerd dat het nog maar 10 minuten zou duren.

10 Minuten later had ik inderdaad mijn paspoort terug. Mijn reisgenoten waren er nog. Alleen de bus moest de grondige controle tussen alle olietankwagens nog ondergaan. Nog meer wachten dus.

Na een kwartier kwam de bus voorrijden en moest ik weer verplicht voorin zitten. De chauffeur zat nog maar net, maar vond het alweer tijd voor een sigaret. Niet veel later voegde zich een man bij het bustrio die ineens wat Engels sprak. Hij besloot zich over mij te ontfermen. Raza vond het erg leuk om met mij te praten en pochte met foto's van hemzelf in een Iraakse slijterij, met zijn drie buitenechtelijke vriendinnen en met zijn relatief hoge inkomen. De buscrew besefte dat ik niet een potentiële vijand was en begon via Raza dingen aan mij te vragen. De sfeer was omgeslagen. Naar de goede kant.

Na wat stops voor lunch en een nieuwe bus (want met die motor ging het toch niet helemaal goed) kwamen we aan in een plaatsje waar we moesten wachten op nieuwe passagiers. Inmiddels had zich -met behulp van Raza en nog een Engelssprekende jongen als tolk- een groep van Irani's om mij heen verzameld. Ik besefte me dat de afwachtende houding en ogenschijnlijk wantrouwen van de mensen die geen Engels spreken voortkwam uit hun onzekerheid over mijn intenties. Maar het ijs was snel gebroken en iedereen bleek toch heel vriendelijk te zijn. Toen even later een militair in uniform zonder benen uit het busstation kwam 'lopen' en een auto inklom en wegreed was ik definitief niet meer het vreemdste wat die mensen die dag hadden gezien.

Toen het nacht werd en we op de snelweg richting Teheran reden bedacht ik me wat een mooie dag het was. Het begon als een potentieel gevaarlijk avontuur maar veranderde in een hele aangename kennismaking met de Iraniërs. Toen de rest van de bus naar een Iraanse comedy zat te kijken die opgezet was besloot ik wat muziek te luisteren en naar buiten te kijken. Terwijl de hele bus plat lag om de slapstick (zelf de oude Koerdische man lachte de spreekwoordelijke ballen uit zijn broekpak) besefte ik dat ik dit voor geen goud had willen missen.

  • 06 Mei 2014 - 13:33

    Kallista:

    Toffe verhalen weer Jop! Vroeg me al af waar ze bleven...
    Klinkt wel spannend die bustrip, fijn dat het uiteindelijk toch nog gezellig is geworden:)
    xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jop

Actief sinds 17 Mei 2009
Verslag gelezen: 325
Totaal aantal bezoekers 41196

Voorgaande reizen:

22 April 2014 - 21 Mei 2014

Midden-Oosten en de Kaukasus

07 Februari 1990 - 28 Augustus 2012

Andere bestemmingen

14 Maart 2012 - 14 Mei 2012

Centraal-Amerika

29 Mei 2011 - 15 Juli 2011

Oost-Azië

15 Juni 2010 - 25 Augustus 2010

Zuidoost-Azie

05 Januari 2010 - 22 Januari 2010

Hong Kong en Taiwan

28 Juni 2009 - 05 Augustus 2009

Midden-Oosten

Landen bezocht: